Nieuwe ontslagregeling statutairen bij Vlaamse lokale besturen
Sinds 1 oktober 2023 geldt voor statutaire medewerkers binnen de Vlaamse lokale besturen dezelfde flexibele ontslagregeling als voor de contractuele medewerkers.
De Vlaamse regering wijzigde hiervoor het decreet lokaal bestuur en het Provinciedecreet op twee fundamentele punten:
- De ontslagregels van de private sector – die ook gelden voor de overheidscontractanten – zijn nu ook van toepassing op de statutairen in dienst van het lokaal bestuur. Dezelfde opzegtermijnen, dezelfde inhoud en vorm van de opzegbrief, dezelfde vorm van betekening van het ontslag, dezelfde ingangsdatum, de optie van het ontslag om dringende reden, de verbrekingsvergoeding… de meeste bepalingen zijn via een verwijzing naar de Wet op de arbeidsovereenkomsten van toepassing verklaard.
- Voortaan zijn de arbeidsrechtbanken en -hoven bevoegd om geschillen die voortvloeien uit de beëindiging van de statutaire tewerkstelling te behandelen. Dat geeft eenzelfde rechtsbescherming aan contractuele en statutaire personeelsleden bij een dienstbeëindiging.
In uitvoering van het decreet keurde de Vlaamse regering op 14 januari 2024 definitief het besluit goed dat de verdere modaliteiten vaststelt voor de beëindiging van de statutaire tewerkstelling bij het lokaal bestuur. Deze ontslagmodaliteiten worden opgenomen in het (nieuwe) rechtspositiebesluit van 20 januari 2023, dat op korte termijn al voor de tweede keer gewijzigd wordt.
Enkele belangrijke wijzigingen
Naar aanleiding van het advies van de Raad van State, voerde de Vlaamse regering nog enkele opvallende wijzigingen door aan het definitieve besluit. Zo voegt men in het artikel over het kennelijk onredelijk ontslag, naast de motiveringsverplichting, ook de hoorplicht toe. Een bestuur dat deze verplichtingen miskent, moet de betrokken statutair een vergoeding van twee weken loon betalen. Daarnaast schrapt de Vlaamse regering de aangekondigde inwerkingtreding van de ontslagmodaliteiten met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2023. Alle bepalingen van het wijzigingsbesluit zijn van toepassing vanaf 11 februari.
Een aantal wijzigingen kaderen in de gelijke behandeling van statutaire en contractuele medewerkers en hebben als doel de regels voor de statutairen af te stemmen op die van de contractanten:
- Herplaatsing als herkansing na een ongunstige evaluatie of als alternatief voor ontslag wegens beroepsongeschiktheid en herplaatsing na afschaffing van de functie wegens de noodwendigheden voor de werking van het bestuur, kan enkel op voorwaarde dat de medewerker daarmee instemt (op dat punt wijkt men dus voortaan af van het principe van de eenzijdige wijzigbaarheid van het statuut).
- De beëindiging van de tewerkstelling bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd moet gebaseerd zijn op redenen die verband houden met het gedrag of de geschiktheid van de medewerker of berusten op noodwendigheden voor de werking van het bestuur.
- Schorsing van de opzegtermijn bij beëindiging door het bestuur tijdens een afwezigheid wegens maatregelen van voorlopige vrijheidsberoving (i.p.v. het ruimere ‘overmacht’).
Tot slot bleven ook heel wat nieuwigheden uit het ontwerp overeind in het definitieve besluit.
Heb je vragen over de nieuwe ontslagregeling?
Blijf steeds op de hoogte rond wijzigingen en nieuwigheden bij de lokale besturen. Acerta Consult houdt je up to date via infosessies en opleidingen (op maat).
Geschreven door
Senior Consultant, Acerta Consult