Wijzigt de verbreking van de arbeidsovereenkomst van een werknemer in tijdskrediet?

In het algemeen geldt dat, wanneer je een werknemer ontslaat, je de keuze hebt om hem of haar een opzeggingstermijn te laten presteren of de overeenkomst onmiddellijk te verbreken, mits betaling van een opzeggingsvergoeding.

Voor de werknemers in tijdkrediet die worden ontslagen mits prestatie van een opzeggingstermijn verandert er echter niets. Deze werknemers moeten hun opzeggingstermijn presteren volgens het uurrooster dat is gekoppeld aan het tijdskrediet dat de werknemer had gepland.

Beslis je echter om de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te verbreken? Dan moet je een verbrekingsvergoeding betalen. Deze vergoeding stemt doorgaans overeen met het loon dat je verschuldigd zou zijn aan de werknemer in het geval hij of zij een opzeggingstermijn had moeten presteren.

Verder geldt ook dat de verbrekingsvergoeding momenteel wordt berekend op basis van het loon waarop de werknemer recht heeft op het moment dat de arbeidsovereenkomst wordt verbroken. Bijvoorbeeld: als een werknemer een tijdskrediet van 1/5^de heeft genomen, dan heeft deze recht op een verbrekingsvergoeding die wordt berekend op basis van 4/5^de van het voltijds loon.

De werknemer ontvangt dus een lagere verbrekingsvergoeding dan wanneer hij of zij geen tijdskrediet zou hebben opgenomen.

Het Hof van Cassatie heeft een arrest gewezen op 22 juni 2020, waarin wordt gesteld dat de betaling van een verbrekingsvergoeding op basis van het lagere loon tijdens het tijdskrediet discriminerend is, als blijkt dat meer vrouwen dan mannen tijdskrediet nemen.

Is er sprake van discriminatie, dan zou de verbrekingsvergoeding in de toekomst berekend moeten worden op basis van het loon waarop de werknemer recht had voor het tijdskrediet. De verbrekingsvergoeding zou met andere woorden hoger liggen dan momenteel het geval is.

In principe niet. Het Hof van Cassatie oordeelde dat er sprake zou kunnen zijn van discriminatie, maar verwees de zaak door naar de Arbeidsrechtbank van Luik die de uiteindelijke beslissing zal moeten nemen in deze zaak.

Bijgevolg zal de verbrekingsvergoeding momenteel nog steeds worden berekend op basis van het loon van de werknemer op het moment dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, dus op basis van het loon tijdens het tijdskrediet.

De beslissing van het Hof van Cassatie zou echter een ommekeer in de rechtspraak kunnen betekenen. Voorlopig is het wachten op de uitspraak van de rechter ten gronde of de definitieve beslissing van de wetgever rond deze kwestie.