Vorige

Overuren in de horeca: een samenvatting

Sinds enige tijd heerst er onduidelijkheid over de toepasbaarheid van de nieuwe wetgeving met betrekking tot de overuren in de horeca.

Dit artikel geeft een overzicht van de overuren in de horeca en geeft een stand van zaken in het kader van de informatie die we vandaag in ons bezit hebben. 

Wanneer spreken we van overuren?

Er zijn twee situaties die aanleiding geven tot overuren:

  • Een werknemer werkt meer dan 9 uur op een dag;
  • Een werknemer werkt meer dan 38 uur op een week.

Bijvoorbeeld:

Een werknemer werkt van maandag tot vrijdag 8,5 uur per dag. Op vrijdag zal de werknemer 42,5 uur gewerkt hebben. De weekgrens van 38 uur is overschreden met 4,5 uur. 

Een werknemer werkt op maandag 10 uur en van dinsdag tot vrijdag telkens 7 uur. Gemiddeld werkte de werknemer 38 uur per week, maar op maandag werd de dag grens overschreden met 1 uur. 

Zijn overuren toegelaten?

In principe is er een verbod op het presteren van overuren. De wetgever heeft enkel in uitzonderlijke omstandigheden toegelaten dat een werknemer overuren presteert. Deze overuren zijn in principe beperkt tot 11 uur per dag en 50 uur per week. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden mag een werknemer meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week werken.

Wat met inhaalrust en overloon toeslagen?

Voor overuren moet de werkgever een overloontoeslag betalen en heeft de werknemer recht op inhaalrust.

De overloontoeslag zal 50% van het normale loon zijn voor overuren die gepresteerd worden tussen maandag en zaterdag en zal 100% bedragen voor overuren gepresteerd op zon-en feestdagen.

De inhaalrust moet worden toegekend zodat de werknemer gemiddeld 38 uur per week werkt.

Het loon voor de eerste 38 uren zal bestaan uit het gewone loon en daar bovenop de overloontoeslag voor de gepresteerde overuren.

Het ‘gewone’ loon voor de overuren wordt uitbetaald op het moment dat de werknemer inhaalrust neemt. Je zou kunnen zeggen dat de werknemer op dat moment ‘betaald verlof’ neemt. 

Mogelijkheid om geen inhaalrust toe te kennen

Een voltijdse werknemer kan vragen aan zijn werkgever om zijn overuren onmiddellijk uitbetaald te krijgen en hem dus geen inhaalrust toe te kennen.

Een absolute voorwaarde om gebruik te kunnen maken van deze uitbetaling, is dat het initiatief uitgaat van de werknemer en niet van de werkgever. De werkgever kan niet het initiatief nemen om de overuren uit te betalen.

De mogelijkheid om overuren uit te betalen werd door de Arbeidswet beperkt tot 91uur per jaar. Er was een mogelijkheid om deze grens in een onderneming te verhogen tot 130 uur per jaar. Dit kan via een cao wanneer er een vakbondsafvaardiging is of via een aanpassing van het arbeidsreglement wanneer er geen vakbondsafvaardiging is.

In paritair comité 302 werd de mogelijkheid voorzien om 143 overuren per jaar uit te betalen in plaats van 91. De geldigheidsdatum van deze CAO is ondertussen verstreken en momenteel is er geen akkoord om een nieuwe CAO te sluiten of om de geldigheidsdatum te verlengen.

Op dit moment kan u per werknemer dan ook slechts 130 overuren per jaar uitbetalen zonder inhaalrust toe te kennen. 

Probleem met de ‘nieuwe’ overuren?

De Wet Sociale Zaken verhoogde de grens van 143 overuren naar 300 overuren voor ondernemingen zonder geregistreerde kassa en naar 360 overuren voor ondernemingen met geregistreerde kassa.

De ‘nieuwe’ overuren zijn echter enkel mogelijk wanneer er zich een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid voordoet.

Wat ‘een buitengewone vermeerdering’ inhoudt, specifieert de wetgever niet en zal geval per geval bekeken moeten worden. Wanneer u denkt dat er zich een buitengewone vermeerdering van werk voordoet, moet u voorafgaand het akkoord hebben van de vakbondsafvaardiging en de Inspectie. Daarnaast moeten er per maand een aantal gegevens overgemaakt worden aan de VDAB en moeten de uurroosters met de overuren minstens 24uur op voorhand worden uithangen in de onderneming.

Overuren omwille van een onvoorziene noodzakelijkheid zijn in de regel onvoorzien en dus niet op voorhand in te plannen. Deze overuren moeten minimaal één keer per maand worden gemeld aan de Inspectie en eventueel de vakbondsafvaardiging wanneer die in de onderneming aanwezig is.

Deze verplichtingen bestonden al voordat de ‘nieuwe’ overuren werden ingevoerd. De bevoegde Staatssecretaris heeft wel al laten weten dat de zaken die een aanvraag doen zich niet aan extra controles moeten verwachten.

De Wet Sociale Zaken verwijst uitdrukkelijk naar 143 overuren per jaar en niet naar de grens van 91 overuren per jaar zoals die voor elke onderneming geldt.

Om dus van deze verhoging gebruik te kunnen maken, is er een CAO nodig de brug maakt tussen de grens van 143 per jaar in de wet Sociale zaken en de 91 per jaar overuren van de Arbeidswet. Momenteel is er echter geen akkoord tussen werkgevers- en werknemersafvaardiging om hierover een CAO te sluiten.

Dit probleem is reeds gekend bij de bevoegde minister en die laat weten dat er een aan een oplossing wordt gewerkt.

Op dit moment kunnen er maximaal 130 overuren per jaar uitbetaald worden per voltijdse werknemer.

Wanneer er een oplossing wordt gevonden voor het probleem, zal de grens voor de overuren verhoogd worden naar 300 of 360 per jaar. Belangrijk is wel dat er ook dan per 4 maanden maximaal 143 overuren uitbetaald mogen worden. 

Parafiscaal voordeel? Fiscale voordelen?

Met de Wet Sociale Zaken werden de “netto-overuren in de horeca” ingevoerd.

Op sociaal vlak zijn er op de bezoldigingen voor deze overuren noch door de werkgever, noch door de werknemer bijdragen verschuldigd. Op fiscaal vlak betekent dit dat er geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd is voor deze uren.

Het aantal uren waarvoor deze voordelige behandeling kan gelden werd op 360 uren gebracht, ongeacht de aanwezigheid van een geregistreerde kassa.

Volgens Horeca Vlaanderen zou er daarom geen probleem zijn door het ontbreken van de sectorale CAO. De grens werd hier immers verhoogd van 300 uren naar 360 uren.

Het ontbreken van de CAO heeft wel een onrechtstreeks gevolg: het aantal uur waarvoor geen inhaalrust moet worden opgenomen is beperkt tot de eerste 91 overuren of, na verhoging, de eerste 130 overuren, per kwartaal.

Wij volgen de situatie nauwgezet op en houden u verder op de hoogte.

Deel dit artikel