Jaarverslag interne preventiedienst: voortaan enkel ter beschikking houden
U hoeft niet langer het verslag over het voorbije dienstjaar door te sturen vóór 1 april.
Op elke werkgever rust de verplichting om een verslag op te maken over de werking van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. Wettelijk gezien is elke onderneming verplicht zo een dienst op te richten. Indien de werkgever echter minder dan 20 werknemers tewerkstelt kan de werkgever zelf de rol van preventieadviseur opnemen.
Het verslag geeft een samenvatting (statistisch beeld) van de preventiemaatregelen die de onderneming tijdens het voorbije jaar heeft getroffen. De inhoud van het verslag ligt wettelijk vast en krijgt vorm aan de hand van drie types van modelformulieren:
- Formulier A – voor een werkgever met een interne dienst zonder afdelingen
- Formulier B – voor een werkgever met een interne dienst met afdelingen
- Formulier C – voor een groep van werkgevers die een gemeenschappelijke preventiedienst organiseren
De werkgever en het hoofd van de preventiedienst ondertekenen het ingevulde formulier. Tot nog toe bestond de verplichting om het formulier vóór 1 april naar de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk toe te sturen.
Deze verplichting is sinds kort geschrapt. Voortaan volstaat het om het jaarverslag ter beschikking te houden van de met het toezicht belaste ambtenaren.
De formulieren (aangevuld met een verklarende nota) zijn terug te vinden op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (www.werk.belgie.be), via de module Procedures en formulieren.
Bron:
Artikel 1.2-22 Codex over het welzijn op het werk, zoals gewijzigd door het Koninklijk besluit 7 februari 2018 tot opheffing van diverse bepalingen betreffende notificaties aan de met het toezicht belaste ambtenaar die in toepassing van artikel 17 van het Sociaal Strafwetboek werd aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de uitvoeringsbesluiten ervan, BS 26 februari 2018.