Het mobiliteitsbudget wint aan populariteit
Het mobiliteitsbudget bestaat ondertussen drie jaar. Vergeleken met 2020, waren er vorig jaar drie keer meer werknemers die hun bedrijfswagen ruilden voor het mobiliteitsbudget. De versoepelingen die onlangs werden doorgevoerd, zitten daar mogelijks voor iets tussen.
Traag op gang
Het mobiliteitsbudget werd gelanceerd op 1 maart 2019 als antwoord op de heersende problematiek en de vele bedrijfswagens op onze wegen. Medewerkers die met een bedrijfs-of salariswagen rijden, kunnen deze sinds 2019 inruilen voor een minder vervuilend exemplaar. Het overblijvende budget mag gebruikt worden voor een duurzaam alternatief, zoals een leasefiets, treinabonnement, of het gebruik van een deelstep. Blijft er nog geld over? Dat kunnen medewerkers cash laten uitbalen, aan een fiscaal gunstig tarief.
Echter ging het mobiliteitsbudget zijn doel voorbij. Zo deed slechts 1 op 10.000 werknemers beroep op het mobiliteitsbudget in 2019. Een succes kon je het niet meteen noemen. Maar daar is nu verandering in gekomen.
Eindelijk uit de startblokken
Deze initiële cijfers zijn ondertussen gekeerd. Van de werknemers die recht hebben op een bedrijfswagen, zijn er ondertussen 1 op de 200 werknemers die van de maatregel gebruiken maken. Ook in 2022 zien we al een stijging, met maar liefst evenveel aanvragen in januari 2022 als vorig jaar op vier maanden tijd. Mogelijks zit de versoepelde versie van het mobiliteitsbudget, dat in voege trad op 1 januari 2022, daar voor iets tussen.
Minder beperkingen, meer mogelijkheden
Sinds 1 januari 2022 vielen er heel wat beperkingen weg:
- Wie intern muteerde, moest eerst 1 jaar in aanmerking komen voor een bedrijfswagen of met een bedrijfswagen rijden voordat er naar het mobiliteitsbudget kon overgeschakeld worden. Dit kan nu onmiddellijk.
- De bestedingsmogelijkheden van het mobiliteitsbudget zijn verder uitgebreid: huisvestingkosten (bv. huur) kunnen nu ook als je binnen 10 kilometer van het werk woont, i.p.v. 5 kilometer. Ook wie minstens 60% van thuis werkt, had eerder al recht op terugbetaling van de huisvestingkosten.
- Abonnementen op het openbaar vervoer zijn niet langer beperkt tot het strikte woon-werkverkeer en ook niet tot de werknemer zelf, abonnementen voor gezinsleden kunnen eveneens opgenomen worden.
- De minimumgrens van het budget is 3000 euro en de maximumgrens een vijfde van het bruto jaarloon of 16 000 euro. Deze beperking geldt sinds 2022, maar voor bestaande mobiliteitsbudgetten zal deze pas ingevoerd worden vanaf 2023.
Er werden ook andere zaken toegevoegd zoals een voetgangerspremie, stallingskosten voor je fiets en beschermende kledij en helmen. De exhaustieve lijst vind je hier terug.
Mobiliteitsbudget als hefboom
Een andere reden tot succes is mogelijk de verstrenging van de fiscale aftrek van bedrijfswagens op fossiele brandstof. Vanaf 2026 zullen immers enkel nog koolstofemissievrije (bedrijfs)wagens fiscaal aftrekbaar zijn en deze zal al vanaf 2023 geleidelijk aan afgebouwd worden. Bedrijven zetten dus volop in op de vergroening van hun wagenpark. Het mobiliteitsbudget geeft hen de kans om groenere mobiliteitsoplossingen te promoten, op een manier die voor werknemers het interessantst is. En het groeipotentieel is nog groot.
Geschreven door
Senior Legal Consultant Legal & Reward