Vorige

Economische werkloosheid kan u duur komen te staan!

Wat is tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen?

Wanneer u het arbeidsritme in de onderneming omwille van economische redenen niet kan handhaven, kunt u het contract van uw arbeiders een tijdje schorsen. M.a.w. u mag dan tijdelijke werkloosheid omwille van economische redenen in uw onderneming organiseren. Op deze manier is het bedrijf beter opgewassen tegen een terugval in de vraag. In die periode van schorsing moet u geen loon betalen maar krijgen uw werknemers een uitkering van de RVA. Doordat u in die periode geen loon moet uitbetalen, verlaagt de financiële last van uw onderneming aanzienlijk. 

Veel tijdelijke werkloosheid om economische redenen is duur

Anderzijds wil de overheid vermijden dat ondernemingen slag om slinger tijdelijke werkloosheid om economische redenen toepassen. Eens een aantal dagen tijdelijke werkloosheid om economische redenen is bereikt, moet u een responsabiliseringsbijdrage betalen en deze bijdrage kan hoog oplopen. Ze bestaat al een hele tijd maar sinds 1 januari 2017 int de RSZ deze bijdrage via de gewone kwartaalaangifte. De bijdrage waar het hier over gaat, is een bijdrage die voor alle sectoren van toepassing is, behalve de bouwsector. Voor deze sector werd een ander systeem uitgewerkt.  

Hoe wordt die bijdrage berekend?

De bijdrage wordt berekend per arbeider (en leerlingen onderworpen aan de bijdragen jaarlijkse vakantie) en per kwartaal.
De referteperiode waarover de bijdrage wordt berekend, is een periode van 4 kwartalen nl. het aangiftekwartaal (het lopende kwartaal) en de 3 kwartalen die daar aan voorafgaan. Alle dagen economische werkloosheid voor een werknemer die in die periode voorkomen, worden samengeteld. Is de som groter dan 110, dan is de bijdrage verschuldigd.

Het tarief van de bijdrage wordt als volgt vastgesteld:

  • 20 euro voor alle dagen als het totaal tijdens de referteperiode > 110 en ≤ 130
  • 40 euro voor alle dagen als het totaal tijdens de referteperiode > 130 en ≤ 150
  • 60 euro voor alle dagen als het totaal tijdens de referteperiode > 150 en ≤ 170
  • 80 euro voor alle dagen als het totaal tijdens de referteperiode > 170 en ≤ 200
  • 100 euro voor alle dagen als het totaal tijdens de referteperiode > 200.

Om de bijdrage te kennen wordt het tarief vermenigvuldigd met het aantal dagen economische werkloosheid in het lopend kwartaal. 

Een voorbeeld:
Een werknemer kende 20 dagen economische werkloosheid in het tweede kwartaal van 2016, 45 dagen in het derde kwartaal van 2016, 30 dagen in het vierde kwartaal van 2016 en 24 dagen in het eerste kwartaal van 2017. Wat is bijdrage voor het eerste kwartaal van 2017 voor deze werknemer?

  • Aantal dagen in de referteperiode: 20 + 45 + 30 + 24 = 119. Dit aantal is groter dan 110, de bijdrage is verschuldigd
  • Tarief: 110 < 119 < 130: 20 euro per dag
  • Aantal dagen tijdelijke werkloosheid in het lopende kwartaal: 24
    --> Bijdrage voor het lopende kwartaal = 20 x 24 = 480 euro.

Deze berekening gebeurt voor elke arbeider die tijdelijke werkloosheid kende in het lopend kwartaal.

Bron:
artikel 38, § 3sexies, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, B.S. 2 juli 1981 

Deel dit artikel