Vorige

Coronawerkloosheid 1e semester 2022: vakantiegelijkstelling en financiële compensatie

Tijdelijke werkloosheid overmacht omwille van de coronacrisis, de overstromingen en de Oekraïnecrisis tijdens het eerste semester 2022 genieten uitzonderlijk een gelijkstelling voor de wettelijke vakantie in de privésector. Werkgevers met een zeker volume van deze vormen van tijdelijke werkloosheid ontvangen hiervoor een compensatie, via een korting op hun rsz-bijdragen.

De RSZ heeft op 18 oktober aan Acerta een lijst bezorgd van de ondernemingen en het bedrag waarop zijn recht hebben. Het wordt aangerekend op de werkgeversrekening bij de RSZ, meer bepaald als betaling op de aangegeven bijdragen voor het 3 de kwartaal 2023 (saldo te betalen op 31 oktober 2023).    

Samenvatting

  • Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona, de overstromingen en de Oekraïnecrisis in het eerste semester 2022 genieten een gelijkstelling voor de jaarlijkse vakantie. Dus voor de rechten wettelijke vakantie van 2023 in de privésector.
  • In het derde kwartaal van 2023 genieten werkgevers hiervoor een financiële compensatie. Deze compensatie is wel beperkt tot werkgevers met een voldoende hoog volume van deze vormen van tijdelijke werkloosheid en geldt enkel voor hun bedienden.
  • De RSZ berekent deze compensatie automatisch. Ze wordt door de RSZ automatisch toegekend, via een verrekening op de rsz-bijdragen van het 3e kwartaal 2023.
  • Voor arbeiders ontvangt de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie een financiële compensatie, en dus niet de werkgever zelf (arbeiders ontvangen hun vakantiegeld immers van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (of, indien aanwezig, de sectorale vakantiekas)).

Situering

In principe geniet tijdelijke werkloosheid wegens overmacht geen gelijkstelling voor de opbouw van de jaarlijkse vakantie (= wettelijke vakantie voor de privésector). Die regel geldt dus ook voor de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona (verder: coronawerkloosheid), de Oekraïnecrisis en de overstromingen van juli 2021.

Voor coronawerkloosheid  tijdens het eerste semester 2022 besliste de federale regering om uitzonderlijk toch een gelijkstelling te voorzien, samen met een financiële compensatie voor de meerkost ervan.

Deze maatregelen worden nu uitgevoerd. 

Gelijkstelling jaarlijkse vakantie

Voor de vakantierechten en het vakantiegeld van 2023 genieten de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2022 uitzonderlijk een gelijkstelling. Dus net zoals voor de perioden gelegen in 2021.

Daarnaast genieten ook de dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht in dezelfde periode omwille van de overstromingen van 14 en 15 juli 2021 en omwille van de Oekräinecrisis de gelijkstelling.

Deze gelijkstellingen staan inmiddels wetgevend op punt, met een koninklijk besluit van 24 mei 2023 dat op 9 juni verscheen in het Staatsblad.

Financiële compensatie voor werkgevers met bedienden

Werkgevers wiens bedienden in de eerste helft van 2022 een voldoende volume aan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van corona, de Oekraïnecrisis en/of overstromingen  kenden, komen in aanmerking voor de compensatie. 

Voor welke werkgevers?

De berekening van het vereiste minimumvolume is zeer technisch. In grote lijnen berekend men voor elke individuele bediende de verhouding tussen:

  • het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van één van de drie voormelde redenen in het eerste semester 2022 en
  • het totaal aantal arbeidsdagen.

Vervolgens berekent men het gemiddelde op werkgeversniveau, uitgedrukt in een percentage.  Dit noemt men het compensatiepercentage. Ligt dit compensatiepercentage onder 41, dan ontvangt de werkgever geen compensatie. Werkgevers met een gemiddeld percentage groter of gelijk aan 41 ontvangen de integrale compensatie. In vergelijking met de compensatieregeling voor perioden van tijdelijke werkloosheid in 2021 koos men deze keer dus niet voor een trapsgewijze compensatie. Het is deze keer een alles of niets-regeling.

Hoeveel bedraagt de compensatie?

Het bedrag voor de individuele werkgever ligt niet vooraf vast. De wetgever koos voor een globale financiële enveloppe van 12.417.863,00 euro voor alle rechthebbende werkgevers samen. Die taart wordt verdeeld onder de rechthebbende werkgevers om basis van hun gewicht in het totale volume aan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille één van de drie voornoemde redenen tijdens het eerste semester van 2022. De verdeling gebeurt als volgt: 

  • het aantal dagen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht omwille van één van de drie voornoemde redenen in het eerste semester 2022 wordt per bediende berekend. Het totaal voor alle bedienden van de werkgever wordt vervolgens vermenigvuldigd met het compensatiepercentage van die werkgever; 
  • op basis van de verhouding van die vermenigvuldigding in vergelijking met de globale som van al deze vermenigvuldigingen voor alle rechthebbende werkgevers samen, wordt het gewicht van de individuele werkgever bepaald ten opzicht van de andere werkgevers. De globale enveloppe wordt verdeeld onder de individuele werkgevers op basis van hun respectievelijk gewicht.

Hoe en wanneer wordt de compensatie toegekend?

De RSZ berekent zelf automatisch de compensatie en kent ze ook automatisch toe aan de werkgever. Dat gebeurt door een automatische verrekening op de rsz-bijdragen die de werkgevers verschuldigd is voor het derde kwartaal van 2023. Blijft hierna nog een te verrekenen saldo over, dan kan de werkgever vragen voor een uitbetaling. Doet de werkgever dat niet, dan verrekent de RSZ dat saldo automatisch op toekomstige rsz-bijdragen. 

Werkgevers moeten dus niet doen. De RSZ beschikt over alle nodige gegevens.

En de arbeiders?

Het vakantiegeld van arbeiders wordt betaald door de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV) of, indien aanwezig, de sectorale vakantiekas. Dus niet door de werkgever. De compensatie wordt bijgevolg betaald aan de RJV, en niet aan werkgevers. 

Ontwerpwetgeving, dus nog voorbehoud

De compensatie staat in het ontwerp van de laatste programmawet die werd neergelegd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De regeling zit dus nog in ontwerpfase. Alhoewel we de kans klein achten zijn wijzigingen nog mogelijk. 


Bronnen

  • Koninklijk besluit van 24 mei 2023 houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de werknemers ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door het coronavirus, ingevolge de gevolgen van de uitzonderlijke weersomstandigheden van 14 en 15 juli 2021 en ingevolge het conflict in Oekraïne voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022 (BS 9 juni 2023);
  • Ontwerp programmawet (dekamer.be, doc. nr. 55/3372/001). 

Deel dit artikel